Vijflandentocht over Maas, Moezel en Rijn
In de zomer van 2010 hebben wij met onze ‘Gemini’, een Proficiat 10.10 en samen met onze Deense vrienden Ruth en Willy en hun Succeskruiser ‘Mon Amour’ een bijna 6 weken durende vaartocht door Nederland, België, Frankrijk, Luxemburg en Duitsland naar het Moezelgebied gemaakt.
Over de Maas naar Toul
Het is heerlijk weer met ’n matige wind als we vrijdag 4 juni om 8.30 uur uit onze thuishaven Maasbommel vertrekken.
Na sluis Grave, waar we een uur oponthoud hebben, treffen we het beter bij sluis Sambeek die al voor ons open staat.
Om 17.45 uur meren we af in de verenigingshaven De Maas net voor Venlo.
Maasbommel-Venlo: 84 km afgelegd in 8,7 motoruren (inclusief schutten), 2 sluizen, urenteller 2301,2 en havengeld € 10,-
De volgende ochtend moeten we eerst op speurtocht naar een nieuwe olievuldop op het motorcarter want bij de motorcontrole voor ons vertrek ben ik hier op gaan staan met als gevolg de kunststof vuldop in gruzelementen.
Bij de Fordgarage moet het onderdeel besteld worden en is pas volgende week dinsdag binnen, maar bij een autosloperij in Venlo hebben we alle geluk als we tussen duizenden sloopauto’s in een oud Fordje nog een passende olievuldop aantreffen. Terug aan boord is de vuldop snel geïnstalleerd en om 11.45 uur vertrekken we eindelijk uit Venlo.
Het is wederom stralend weer en amper wind als we verder zuidwaarts varen. Het valt ons op dat langs de Limburgse Maas veel meer recreatievoorzieningen voor fietsers, wandelaars en vissers zijn aangelegd dan langs het Brabantse deel. Na een voorspoedige tocht waarbij zowel sluis Belfeld als ook sluis Roermond al voor ons open staan, arriveren we om 15.30 uur in Roermond bij jachthaven Nautilus. Gelukkig hadden we onderweg telefonisch twee plaatsen gereserveerd want bij aankomst blijkt het havenkantoor gesloten.
Venlo-Roermond: 32 km in 4 motoruren, 2 sluizen, urenteller 2305,2 en geen havengeld betaald (havenkantoor gesloten.)
Ook zondag treffen we het met zonnig weer, weinig wind en openstaande sluizen. Om 8.30 uur verlaten we jachthaven Nautilus, om 9 uur gaan we in sluis Linne 4 meter omhoog en 3 kwartier later kunnen we de openstaande middensluis van Maasbracht invaren, gaan 11,85 m omhoog en komen hierna op het eentonige Julianakanaal. Opvallend is dat dit kanaal zoveel hoger boven het omliggende land is aangelegd dat we bijkans op de hoogtelijn van de boomtoppen varen. In sluis Born gaan we in de bakboordsluis nog eens 11,35 m omhoog en al om 14 uur liggen we in Maastricht in de regen te wachten voor het toegangsluisje naar jachthaven het Bassin.
Als we daar zijn afgemeerd klaart het weer op en gaan we Maastricht in voor de nodige boodschappen en ons eerste vakantieijsje.
Roermond-Maastricht: 46 km gevaren in 5,9 uren (inclusief schutten), 3 sluizen, urenteller 2311,1 en havengeld € 16,-.
Maandag 7 juni is het bewolkt, 10 graden koeler dan de vorige dag en veel meer wind, als we om 9 uur door het kleine sluisje naar de Maas worden geschut en ruim een uur later arriveren we bij het sluizencomplex Lanaye. Ons verzoek via de marifoon om nog met de pleziervaart in de grote sluis mee te mogen wordt niet ingewilligd en we moeten ruim een half uur wachten voor de kleine stuurboordsluis opengaat. Eenmaal in de sluis blijkt deze lange tijd niet in gebruik te zijn geweest, de sluiswanden en bolders zitten vol modder en troep en bijna boven lijken we wel een gratis modderbad te hebben ondergaan. Twee meter onder het hoogste punt slaat de boel vast door een elektrische storing, elektromonteurs worden opgetrommeld en verhelpen de storing maar vervolgens willen de sluisdeuren niet open. Ook dit euvel wordt opgelost en twee uur na aankomst verlaten we eindelijk dit gratis modderbad. Rond 14 uur passeren we Luik en de smerige industrie van Seraing, om 15.30 uur worden we geschut in sluis Ivoz-Ramet waar we het Waals vaarvignet verkrijgen. Twee uur later passeren we sluis Ampsin en om 18.15 uur meren we naast elkaar af in de ongezellige jachthaven van Huy tegenover de elektriciteitscentrale. Het havenkantoor en de toiletvoorzieningen blijken in het vaarseizoen op maandag gesloten, welkom in België !
Maastricht-Huy: 59 km afgelegd in 8,6 motoruren, 3 sluizen, urenteller 2319,7 en geen havengeld (op maandag gesloten!)
Dinsdag vertrekken we met wat vriendelijker weer om 8.30 uur uit Huy en arriveren anderhalf uur later bij de sluis van Andenne. Het invaren duurt ruim een half uur maar dan ligt de sluis ook bomvol met 5 beroepsschepen en 8 plezierboten. Het schutten verloopt verder rustig evenals in de volgende sluis Grands Malades waar we om 12.30 uur met hetzelfde konvooi worden geschut. Om 13.15 uur meren we af in de jachthaven Jambes tegenover de citadel van Namen. ’s Middags doen we wat boodschappen, vullen de water- en dieseltank tot het nokkie, voeren een motorcontrole uit en ’s avonds eten we Belgische frieten uit een grote puntzak.
Huy-Namen: 34 km in 4,7 uren, 2 sluizen, urenteller 3224,4 en havengeld € 16,- en 141 liter diesel getankt voor € 175,-.
Woensdag is helaas een regenachtige dag als we het mooie traject door de Belgische Ardennen van Namen naar Dinant voor de boeg hebben. Om 8.30 uur liggen we al in de eerste sluis La Plante waar we samen met de doerak Roger uit Ermelo worden geschut.
Deze Roger vaart de rest van de dag en ook de volgende dag voorop en roept tijdig in vloeiend Frans de sluizen op zodat we lekker vlot worden geschut. Achtereenvolgens passeren we de grote sluizen van Talifer (9.15 uur), Rivière (10.30 uur), Hun (12.00 uur) Houx (13.15 uur), Dinant (13.45 uur), waarna we om 14.00 uur naast de Mon Amour afmeren in Dinant vlakbij het havenkantoor. ’s Middags lopen we ’n rondje door het toeristische stadje en doen ook nog wat boodschappen.
Namen-Dinant: 27 km afgelegd in 5,2 motoruren, 6 sluizen, urenteller 2329,6 en havengeld € 10,-.
Donderdag begint droog, later neemt de bewolking toe en ’s middags zal het weer gaan regenen.
Met de doerak Roger voorop verlaten we om 9 uur Dinant en ’n half uurtje later liggen we naast de Nederlandse spits Ancilla die antraciet vervoert naar Zuid Frankrijk, in de sluis van Anseremme. Het schippersechtpaar is een gezellig, alternatief stel en vertelt tijdens het schutten honderduit over hun reizen door Frankrijk.
Na de volgende sluis Waulsort haakt de Ancilla wegens problemen met de keerkoppeling helaas af en met nog enkele Nederlandse jachten gaan we onder leiding van de Roger verder zuidwaarts.
Tussen de middag arriveren we bij sluis Les 4 Cheminées net voor Givet en kopen daar voor € 72,-
een Frans vaarvignet voor 16 dagen. Nadat we de onverlichte tunnel van Ham zonder problemen zijn gepasseerd kunnen we bij sluis Mouyon voor het eerst de uitgereikte afstandsbediening gebruiken en
dat functioneert ook nu weer prima. Om 15.45 uur meren we af aan een steiger in het plaatsje Vireux Wallerand bij twee gezellig dikke Franse dames die de capitanerie bemannen voldoen we het liggeld van
€ 6,10 en ’s avonds lopen we ’n rondje door dit armetierige noord-Franse plaatsje.
Dinant-Vireux Wallerand: 33 km en 7 sluizen gepasseerd in 5,9 motoruren, urenteller 2335,5. Frans vaarvignet € 72,- en havengeld € 6,10
Vrijdag is een heerlijke zonnige dag met wel ’n straf windje. ’s Morgens vertrekken we al om 8 uur uit Vireux Wallerand op weg naar Revin waar we een extra rustdag hebben ingepland. We zijn bewust wat vroeger vertrokken om tijdig in Revin te arriveren daar dit een zeer gewilde aanlegplaats is vanwege de mooie omgeving én het voordelige haventarief. Na een mooie tocht door de Franse Ardennen, waarbij de 6 zelfbedieningssluizen vlot worden genomen, komen we al tussen de middag aan in Revin en vinden voor beide boten nog een prima ligplaats. Later op de dag zal het haventje volstromen met meer landgenoten, enkele Duitsers, ’n Zwitser, ’n Belg en ’n Engelsman en ’s avonds heerst er in deze prachtige jachthaven een gezellig sfeertje waarbij wij met onze Deense reisgenoten Ruth en Willy onze eerste barbecueparty houden. Ook zaterdag blijven we in Revin, ’s morgens doen we wat inkopen waaronder een extra parasol en verder houden we een echte rustdag, ook vanwege het regenachtige weer.
Vireux Wallerand-Revin: 26 km in 4,8 motoruren, 6 sluizen, urenteller 2340,3 en liggeld € 9,20 voor 2 dagen.
Als de volgende ochtend de laaghangende mist is opgetrokken wordt het mooi weer met weinig wind. Om 8.45 uur verlaten we Revin op weg naar Charleville en in de eerste sluis schutten we samen met de Zwitser waarna hij ons laat voorgaan omdat zijn huurboot beduidend langzamer vaart.
De daaropvolgende sluizen gaan weer lekker vlot, we varen met ons nietige bootje langs de indrukwek-kende rotspartijen van Dames de Meuse (ontrouwe dames van de Maas) en de kleine bergdorpjes Laifour, Deville, Monthermé, Bogny en Joigny sur Meuse. Al om 14.15 uur liggen we in Charleville voor de laatste sluis van vandaag als we na veel bellen en informeren te horen krijgen dat deze sluis wegens kanowedstrijden is gestremd tot vier uur. Drie jaar geleden werden wij door ditzelfde evenement ook al opgehouden. Om exact 16 uur gaat het licht op groen en een half uur later kunnen we na veel geharrewar en geschreeuw van de wedstrijdbegeleiding eindelijk afmeren aan de lange steiger naast de camping.
’s Avonds lopen we een rondje over de camping langs de nieuwe jachthaven en nemen afscheid van het gezellige echtpaar van de Roger die na een rustdag verder gaan richting Parijs.
Revin-Charleville: 42 km in 7,1 motoruren, 7 sluizen, urenteller 2347,4 en liggeld € 11,60.
Het is bewolkt weer als we om 8 uur uit Charleville vertrekken, een kwartiertje later zijn we bij de lastige sluis van Mezieres met z’n hoge sluiswanden maar gelukkig gaat het schutten ditmaal zonder problemen. Na de Belgische Ardennen met z’n imponerende krijtrotsen, de Franse Ardennen met de beboste heuvels in een adembenemend mooi landschap, varen we nu voorbij Charleville in een veel vlakker gebied met korenvelden en weilanden met grazende koeien.
Het schutten in de geautomatiseerde sluizen middels het zelfbedieningskastje verloopt wederom lekker vlot, ook omdat we geen scheepvaart voor ons hebben daar we vroeg vertrokken zijn.
Om half 11 passeren we Pont à Bar met de aftakking naar het Canal des Ardennes en al om 12.15 uur lopen we de haven van Sedan binnen. Later komen nog meer jachten die wij eerder in Revin en Charleville hebben ontmoet deze haven binnen en ’s middags ligt het ook hier vol. Wij kijken dan met Ruth en Willy en nog twee Denen die bij ons langszij liggen naar de eerste WK-wedstrijd van Nederland tegen Denemarken (2-0). Daarna proberen we in Sedan boodschappen te doen maar de supermarkt is voor Mini uiteindelijk te ver lopen en het begint ook nog flink te regenen zodat we rechtsomkeer maken.
Charleville-Sedan: 30 km in 4,3 motoruren, 6 sluizen, urenteller 2351,7 en havengeld € 10,40
Dinsdag is het voor de afwisseling rustig weer met ’n lekker zonnetje als we iets voor 8 uur al uit Sedan vertrekken om het grote aantal Maas-Moezelvaarders wat voor te zijn. Rond 10 uur gaat de kap naar beneden en het T-shirt uit en ’n half uur later passeren we Mouzon, ’n kleine stadje met enorme kerk en prima aanlegmogelijkheden in ’n kleine Maasarm. In een rustig gangetje van zo’n 9 km/u glijden we als
het ware door dit mooie heuvellandschap dat ons doet denken aan het Deense Noord-Jutland.
Tot we tegen het middaguur met dubbelrood voor sluis 33 Pouilly tot stilstand komen; na ruim een uur verschijnt een VNF-monteur en 5 minuten later is het euvel verholpen. Om 15.40 uur meren we af in Stenay, een prima overnachtingplaats met water, stroom en douches waar ook campers van gebruikmaken. Met Ruth en Willy lopen we ’n rondje door dit zeer oude stadje, doen de nodige boodschappen en drinken op ’n terras ons eerste gezamenlijke wijntje. ’s Avonds regel ik met de Aude, een met antraciet geladen Nederlandse spits die voor de sluis overnacht, dat de pleziervaart de volgende ochtend als eerste door de sluis zal gaan.
Sedan-Stenay: 41 km in 6,7 motoruren, 5 sluizen, uren-teller 2358,4 en havengeld € 7,-.
Ook woensdag is het mooi weer met wel wat meer wind. Zoals de vorige avond afgesproken gaan wij om half 9 met de Zwitserse huurboot door de sluis gevolgd door twee Duitse boten waarna de spits Aude volgt. Iets voor Dun sur Meuse gaat de Mon Amour bij een botenverhuur aan de kant om diesel te tanken en deze pitstop te benutten om de enigszins verstopte doorvoer van de buitenwaterkoeling te ontstoppen. Daarna blijkt de eerstvolgende sluis 28 Dun sur Meuse niet te werken, wij melden dit telefonisch bij de VNF en anderhalf uur later, nadat ook de Aude is gepasseerd, kunnen we eindelijk onze reis vervolgen, al gaat het wel zeer traag achter deze spits. Om half 2 zijn we bij sluis 27 Warinvaux, de eerste van 17 sluizen die handmatig door sluispersoneel worden bediend. Tegen 4 uur komen we bij sluis 24, de laatste sluis van vandaag, met schuine sluiswanden en een drijvend ponton. Een kwartiertje later meren we af in de passantenhaven van Consenvoye, een klein dorpje zonder winkels maar wel met grote kerk en café.
De Zwitser ligt er al en later loopt het kleine haventje vol met de twee Duitse boten, twee Friezen en een omgebouwde sleper.
Stenay-Consenvoye: 30 km in 6,5 motoruren,
8 sluizen, urenteller 2364,9 en geen havengeld.
Donderdag worden we wakker met regen en na de sleper en de beide Friezen vertrekken wij om 8.45 uur uit Consenvoye met de langzaam varende Zwitser (6,3 km/u) in zijn huurboot van Navic France voorop. Door het regenachtige weer en de bomen en struiken aan weerszijden van het Maaskanaal, de onbevaarbare rivier stroomt een stuk lager rechts van ons, zien we weinig van de heuvelachtige omgeving. Tegen de middag klaart het weer wat op en voorbij de laatste sluis van vandaag passeren we de Zwitser en later ook weer de Aude en om 13.30 uur meren we in het centrum van Verdun af aan ’n mooie drijvende steiger op de rechteroever met gratis stroom en water. ’s Middags doen we de nodige boodschappen, lopen ’n rondje door het historische Verdun en nemen ’n kijkje bij het toeristenbureau waarna ik met jerrycans 100 liter diesel haal bij een niet zo nabij gelegen pompstation. ’s Avonds gaan we met Ruth en Willy chique spare-ribs eten bij Le Hardi.
Ook vrijdag blijven we in Verdun. ’s Morgens is er een grote weekmarkt langs de kade en ’s middags gaan we per bus naar het Verdun Memorial en fort Douaumont,die een indrukwekkende terugblik geven op de verschrikkingen van de 1e wereldoorlog. De foto- en filmbeelden in het museum laten zien hoe gruwelijk deze veldslag is geweest. Tijdens de slag van Verdun zijn toen ruim 700.000 soldaten gesneuveld. En dat in een tijd dat er geen langeafstandsraketten, vliegtuigen en andere massavernietigingswapens bestonden, dus vooral man tegen man in de loopgraven.
Consenvoye-Verdun: 24 km in 4,7 motoruren, 4 sluizen, urenteller 2369,6 en geen havengeld, rondleiding per bus € 25,50.
Sinds vorige tankbeurt in Namen nu 100 liter diesel getankt voor € 125,- wat neerkomt op ‘n verbruik van 2,2 liter/km.
Nadat vrijdagavond een Franse spits voorbij voer om bij de eerstvolgende sluis na Verdun te overnachten, (de sluizen draaien van 8.30 uur ’s morgens tot 18.00 uur ’s avonds) besluiten we om zaterdagochtend niet al te vroeg te vertrekken. Na de beide Duitsers en de beide Friezen gaan wij om 9.45 uur op weg naar de eerste sluis. Het is bewolkt weer, weinig wind en behoorlijk fris, dus de kap blijft vandaag omhoog. Langs het kanaal, dat enkele meters boven het maaiveld ligt, zien we steeds meer rode papaver groeien en het landschap wordt ook wat vlakker en minder heuvelachtig. Door een tegemoetkomende Franse spits lopen we bij sluis 14 Ambly drie kwartier vertraging op waardoor we de voor ons vertrokken Duitsers en Friezen weer vlak voor ons krijgen.
Na deze trage vaardag, waarin we in zesenhalf uur slechts 28 km aflegden, meren we om 16.15 uur langszij een van de Duitsers af in het kleine dorpje La Croix met vlakbij de HSL-spoorlijn.
Verdun-La Croix: 28 km in 6,2 motoruren, 7 sluizen, urenteller 2375,8 en geen havengeld.
Ook zondag 20 juni is zwaar bewolkt en fris als we om 8.45 uur uit La Croix vertrekken en de sluizen 12 en 11, die nog door sluispersoneel worden bediend, vlot passeren. Met zo’n 1500 toeren varen we ruim 7,5 km p/uur en om 10.15 uur komen we door het mooie plaatsje Saint Mihiel, waarna
de sluizen weer zijn geautomatiseerd en met de afstandsbediening door ons worden geactiveerd.
Twee uur later komen we achter een langzaam varende spits terecht en met een slakkengangetje sukkelen we verder terwijl zon en regen elkaar afwisselen. Onderweg zien we een grote familie die op trektocht is waarbij bagage en kinderen door ezels worden gedragen, heel bijzonder.
Achter sluis Euville vinden we een nagenoeg lege passantenkade waar we om 15.40 uur afmeren. Even later komen de Friezen hier voorbij varen en daarna meren de beide Duitsers af op een plaats die wij voor hen hadden vrij gehouden; als dank serveren ze ons Friese Berenburger.
La Croix-Euville: 35 km in 6,4 motoruren, 8 sluizen, urenteller 2382,4 en geen havengeld.
Om een Franse spits die afgelopen nacht voor de sluis van Euville heeft overnacht voor te blijven, vertrekken wij maandagochtend al om 8 uur uit Euville. Ook vandaag is het weer een frisse dag met veel bewolking. Om 10 uur bereiken we in Troussey de laatste sluis van de Maas/la Meuse en daarmee het hoogste punt van onze vaartocht, 245 meter boven NAP. Na de sluis draaien we linksaf het Marne-Rijn-kanaal op en gaan vanaf hier in de sluizen alleen nog maar zakken. Ook op dit kanaal kunnen we door de bomen en struiken aan weerszijden weinig zien van de omgeving en ook de overlast aan waterplanten en wier lijkt nauwelijks minder dan op de Maas. Dus iedere dag de wierpot leegmaken!
Om 11 uur zijn we bij de tunnel van Foug daterend uit 1845 en 866 meter lang. Door de goede tunnelverlichting is de doorvaart ’n makkie en om 11.45 uur beginnen we aan de sluizentrap met 13 sluizen over een afstand van 8 km die ons naar Toul zal leiden. Daar meren we om 14.30 uur af in de jachthaven Port de France en even later arriveren ook de Duitsers. We lopen een rondje door deze historische vestingstad maar vanwege winkelsluiting op maandag kunnen we helaas geen boodschappen doen.
Euville-Toul: 25 km in 5,8 motoruren, 1 tunnel en 16 sluizen, urenteller 2388,2 en havengeld € 10,40
Terugblik Maas
Vanaf ons vertrek uit Maasbommel zijn we nu tweeënhalve week onderweg en hebben 600 km over de Maas en belendende kanalen gevaren en middels 92 sluizen zijn we 245 m boven NAP gestegen.
Na het zomerse weer in Nederland hebben we door België en Frankrijk afwisselend zonnige en bewolkte dagen met soms wat regen gehad. Na de mooie omgeving van de Belgische en Franse Ardennen met de toeristische trekpleisters Namen, Dinant, Charleville en Verdun wordt de Maas na Verdun beduidend smaller en door de begroeiing aan weerszijden is van het landschap maar weinig te zien. Hierdoor werd dit gedeelte eentoniger en ook hinderlijk door de vele waterplanten met wier.
Over de Moezel naar Koblenz
Na enkele dagen met matig weer, zwaar bewolkt, soms wat regen en veel wind, is het dinsdag 22 juni weer heerlijk zomerweer. Om 8.15 uur verlaten we onze box in de Port de France van Toul en na wat geharrewar met nota bene ook een Proficiatvaarder die weigert om de Mon Amour samen met ons door de eerste sluis te laten, beginnen we ’n uurtje later aan de laatste 3 sluizen van de sluizentrap en om 10 uur varen we de gekanaliseerde Moezel op.
Wij vinden het een verademing om na ruim een week op smal vaarwater met weinig uitzicht nu weer op ruim water te varen met een weidse, heuvelachtige omgeving. Met 1800 toeren gaan we zo’n 11 km/u langs het mooie Liverdun naar Pompey waar we na 2 sluisjes om 13 uur weer het Marne-Rijnkanaal opdraaien voor de laatste 10 km naar Nancy. Om 14.30 uur meren we af in de jachthaven Saint Georges vlakbij het prachtige centrum van Nancy. ’s Middags doen we onze boodschappen bij supermarkt Le Clerc en ’s avonds genieten we van een formidabele lichtshow op het Place Stanislas.
Ook woensdag is het prachtig weer en blijven we in Nancy. ’s Morgens doen we eerst nog wat boodschappen en vervolgens gaan we deze mooie stad verder verkennen, ondermeer met een citytour die ons langs de mooiste pleinen, parken en gebouwen voert. Nooit eerder waren wij in een stad met zoveel terrasjes die tijdens lunchtijd ook nog allemaal bezet zijn. Nancy is echt een schitterende, culturele en schone stad waar zichtbaar ontspannen geleefd wordt.
Toul-Nancy: 35 km 5,6 motoruren, 6 sluizen, urenteller 2393,8 en havengeld € 23,40 voor 2 dagen.
Het is al heerlijk weer, geen wolkje en geen wind, als we de volgende ochtend om 9 uur uit Nancy vertrekken. Na enig oponthoud bij de twee ophaalbruggen varen we over het sfeerloze Marne-Rijnkanaal rustig aan (toegestaan is 6 km/u) langs de industriegebieden van Nancy richting Pompey. Rond 11 uur passeren we de beide laatste kanaalsluizen en varen we weer op de brede Moezel. Na een wachttijd van bijna een uur op een tegemoetkomend vrachtschip kunnen we met een Nederlandse vrachter eindelijk geschut worden in sluis Custines en varen we langzaamaan naar de volgende openstaande sluis Blénod waar we om 14.30 uur geschut worden. Om 15.15 uur meren we af in de jachthaven van Pont à Mousson waar ook een grote overnachtingplaats voor campers is aangelegd.
In deze streek van Frankrijk varen opvallend veel huurboten met het opschrift ’Führerscheinfrei’, behalve als reclame is dit schijnbaar ook bedoeld als waarschuwing voor nabij gelegen schepen want bij het binnenvaren van zo’n huurboot loopt de Mon Amour van Ruth en Willy helaas wat verfschade op dat met ’n glaasje wijn wordt afgekocht.
In de vlakbij gelegen supermarkt ED doen we nog wat boodschappen en ’s avonds lopen we over de brug een rondje door Mousson dat zichtbaar minder schoon is dan Nancy.
Nancy-Pont à Mousson: 30 km in 5,3 motoruren, 4 sluizen, urenteller 2399,1 en havengeld € 10,-.
Het zomerse weer houdt aan want vrijdag vertrekken we om 8.30 uur met prachtig weer uit Mousson. Hoewel we hier over het Moezelkanaal veelal rechttoe rechtaan varen genieten we van de schitterende natuur om ons heen en zien ook de eerste druivenvelden op de zuidelijke heuvels.
Om 9.40 uur moeten we bij sluis Pagny ruim ’n half uur wachten op een oplopend vrachtschip en gebruiken deze tijd om de grote parasol op het achterdek te installeren. In het kielzog van een Duits vrachtschip gaat het lekker vlot en om 11.30 uur varen we de openstaande sluis van Ars binnen en al om 12.45 uur meren we af in een schitterend watersport- en recreatiegebied nabij het centrum van Metz.
’s Middags lopen we ’n eerste rondje door deze meer dan 3 eeuwen oude vestingstad. Ook zaterdag blijven we in Metz. Voor de middag slenteren we over de markt door de eeuwenoude markthallen, maken een citytour, bezichtigen de prachtige glas in lood ramen van de kathedraal
St. Etienne en doen de nodige boodschappen in een zeer groot winkelcentrum en ’s middags is het rusten, wat wandelen en zonnen op ons achterdek. Het gezegde ‘leven als God in Frankrijk’ lijkt hier in Metz te zijn ontstaan zo ontspannen en relaxed hier wordt geleefd. Men stoort elkaar niet met geschreeuw of draagbare radio’s en ieder gaat rustig zijn/haar gang met genieten, spelen, wandelen, vissen, vrijen of gewoon liggen op het gras. Inmiddels zijn ook de beide Deense zussen bij Willy aan boord gekomen waarmee we ’s avonds in het nabijgelegen park genieten van een schitterende waterorgelshow met licht en geluid.
Mousson-Metz: 30 km in 4,1 motoruren, 2 sluizen, urenteller 2403,2 en voor 2 nachten betalen we € 24,80 liggeld.
Zondag 27 juni vertrekken we om 8.30 uit Metz en eenmaal weer op de Moezel zien we dat de omgeving hier wat vlakker is dan voorheen met meer industrie langs de rivier. Het is wederom prachtig weer amper beroepsvaart en het schutten door de sluizen gaat heerlijk vlot.
Het schutten in de Moezelsluizen (176×12 m) met een verval van 4 tot maximaal 9 meter verloopt in het algemeen redelijk rustig. Vaak wordt (lang) gewacht op beroepsvaart, die zich vroegtijdig aanmeldt, waarna het in- en uitvaren uiterst behoedzaam gebeurt vanwege de relatief smalle sluizen. Omdat wij in de afvaart alleen maar dalen gebruiken we enkel een lijntje om onze middenbolder en tijdens het uitvaren van de beroepsvaart zonodig een extra lijn op de voorbolder.
We varen vandaag samen met een motorjacht uit Medemblik die graag snel naar huis willen omdat haar broer gisteren bij een ongeval is omgekomen. Na de sluizen van Metz (9.00 uur), Talange (10.20 uur), l’Orne (11.20 uur), Robert Schuman (12.15 uur) passeren we om 12.30 uur Thionville waar we een stop gepland hadden. Maar de overnachtingsmogelijkheden zien er niet aantrekkelijk uit, het weer is heerlijk en het schutten gaat lekker vlot zodat we besluiten om het geplande traject van morgen naar het Luxemburgse Schwebsange er vandaag maar bij te nemen.
Bij sluis Koenigsmacker liggen enkele motorjachten al op ons te wachten en hier gaan we om 13.30 uur door gevolgd door sluis Apach bij de grensovergang van Frankrijk naar Duitsland-Luxemburg. Links zien we het bekende dorpje Schengen liggen en links én rechts worden we voorbij gescheurd door irritante snelle speedboten: welkom in Duitsland! Na een lange maar wel heerlijk ontspannen vaartocht meren we om 16.30 uur af in de grote jachthaven van Schwebsange, drinken een wijntje op het haventerras en maken voor het eerst gedurende onze vakantie gebruik van een wasmachine.
Metz-Schwebsange: 60 km in 7,4 motoruren, 6 sluizen, urenteller 2410,6 en havengeld € 11,-.
Maandagmorgen voor vertrek gaan we eerst Luxemburgs tanken voor € 1,02 per liter. Met 91,5 liter zit onze brandstoftank weer boordevol en om 9 uur draaien we de Moezel op die hier de grens vormt tussen Luxemburg op de linkeroever en Duitsland op de rechteroever. Bij sluis Palzem moeten we een half uurtje wachten voor we met een vrachtschip en nog 7 jachtjes geschut worden. Verder zien we hier amper beroepsvaart op de Moezel waar de druivenvelden rondom wel steeds uitgestrekter worden. Rond het middaguur passeren we met de 7 jachtjes sluis Grevenmacher en ´n uurtje later komen we bij het plaatsje Wasserbillig, ons laatste Luxemburgs stadje, waar we graag goedkoop boodschappen hadden willen doen maar de schamele aanlegmogelijkheden bieden ons geen plaats om aan land te gaan. Dus varen we door naar Konz op de splitsing met de Saar waar we om 13.45 uur aanleggen in een keurige jachthaven.
Willy gaat met beide zussen inkopen doen in Konz wat met dit warme weer een heel eind lopen blijkt, maar wij blijven wijselijk aan boord en zien Nederland op het WK met 2-1 winnen van Slowakije.
Schwebsange-Konz: 38 km in 4,6 motoruren, 2 sluizen, urenteller 2415,0 en havengeld 11,-.
Voor € 94,12 tankten we 91,5 liter diesel. Sinds Namen waar we volgetankt hadden, is het verbruik 2,2 liter/u.
Dinsdag is het al vroeg flink warm als we om 9 uur uit Konz vertrekken en direct linksaf de Saar op gaan. Na enkele kilometers worden we bij sluis Kanzem in de kleine jachtensluis 12 meter omhoog geschut en gaan we verder richting Saarburg. De omgeving is hier weer anders dan langs de Moezel, vanaf de beide oevers gaan de bergwanden langs de Saar vrij steil omhoog en laten alleen ruimte voor een smal fietspad en we varen hier zichtbaar in het centrum van de wijnbouw, zoveel druivenranken zagen we niet eerder.
Al om 10.45 uur meren we af aan een gastensteiger van restaurant das Fährhaus in Saarburg. Vervolgens lopen we het korte stukje naar het centrum, doen inkopen voor de barbecue, maken met ’n treintje een citytour, kopen een paar flessen Riesling en bij de waterval genieten we van ’n drankje en maken wat foto’s van het prachtige centrum van Saarburg. Bij terugkomst op de boot beklim ik met Willy de bergruïne Saarburg wat een prachtig vergezicht over de wijde omgeving oplevert.
Om 17 uur steken we de Saar schuin over en meren voor de avond en nacht af in de haven van WSC Saarburg waar we bij gebrek aan een geschikte barbecueplaats op het achterdek van de Mon Amour de barbecue aansteken hoewel onder protest van nabije buren.
Konz-Saarburg: 12 km in 1,8 motoruren, 1 sluis, uren-teller 2416,8 en havengeld € 11,-.
Woensdag vertrekken we om 8.45 uur uit de haven van WSC Saarburg en ’n half uur later liggen we weer voor de sluis van Kanzem waar we 12 meter omlaag op Moezelpeil geschut worden. Na dit korte tochtje over de Saar meren we om 11 uur af in de jachthaven van Trier-Monaise. In onze “Moezel-bijbel” van Manfred Fendzl omschreven als een moderne haven met allerhande voorzieningen en op 500 meter afstand van een bushalte naar Trier, blijkt dit in werkelijkheid een smerige, verwaarloosde haven vol waterplanten, geen havenmeester en de bushalte ligt op ruim een half uur lopen van deze haven….. maar wel twee heel hulpvaardige vaste liggers die na ons bij het afmeren te hebben geholpen meteen roepen: “und jetzt sind wir voll”!
Eén van deze mannen brengt ons vervolgens met zijn auto naar de bushalte richting Trier maar onze Deense vrienden moeten helaas het hele eind lopen.
In Trier, Duitsland’s oudste stad, vergapen we ons aan historische Romeinse bouwwerken zoals de stadspoort Porta Nigra, de Dom, Drie-Koningen-Huis en de prachtige gebouwen rond de Grote Markt. Vlakbij Porta Nigra lunchen we op een terras en Mini koopt bij Gerrie Weber een mooie zomerjurk.
Na afscheid te hebben genomen van Tut en Suster, de beide zussen van Willy die een paar dagen zijn meegevaren, laten we ons comfortabel per taxi terugbrengen naar de jachthaven en dat voor slechts
€ 18,-.
Saarburg-Trier/Monaise: 15 km in 2,2 motoruren,
1 sluis, urenteller 2419,0 en havengeld € 10,-.
Om verstopping van wierfilter en boegschroef te voorkomen slepen we de volgende ochtend onze boten uit de waterplanten naar iets meer open water en starten daar pas de motoren. Ondanks dat moet de Mon Amour op de Moezel al snel aan de kant vanwege een verstopte buitenwateraanvoer, Gery gaat te water en het probleem is snel verholpen.
Om 9 uur worden we vlot geschut in sluis Trier en even later gaan we onder de historische Romeinse brug door, rond 11 uur passeren we het mooie plaatsje Schweich en varen we weer rondom in de wijnvelden. Rond het middaguur zijn we bij sluis Detzem waar al 3 vrachtschepen liggen te wachten om geschut te worden. Dus pas anderhalf uur later vervolgen we onze tocht en om 15 uur komen we aan in de mooie haven annex camperplaats van Neumagen. ’s Middags doen we wat boodschappen in dit mooie en rustige wijndorpje en ’s avonds gaan we gezellig wijn proeven in een sfeervolle weinstube.
Trier/Monaise -Neumagen: 44 km in 5 motoruren, 2 sluizen, urenteller 2424,0 en havengeld € 17,-.
De afgelopen week genoten we van heerlijk weer met temperaturen tot 30 graden, de komende dagen wordt een ware hittegolf verwacht met temperaturen tot 35 graden en amper wind! We zullen dan ook regelmatig helikopters langs de berghellingen zien vliegen die de druivenvelden besproeien.
Om 9 uur verlaten we de mooie haven van Neumagen en varen rustig aan langs kleine knusse wijndorpjes als Piesport, Wintrich, Kesten, Brauneberg en Lieser, die vanwege het tropische weer bijna uitgestorven lijken. Om 10 uur passeren we sluis Wintrich en om 12 uur meren we af in de ongezellige jachthaven van Kues. Ook hier weer geen havenmeester gezien dus deponeren we het verschuldigde havengeld per enveloppe in de hiervoor bestemde brievenbus. ’s Middags gebruiken we voor het eerste onze vouwfietsen en gaan op weg naar het aan de overkant gelegen toeristische Bernkastel doen wat boodschappen, kopen ’n paar flessen wijn en genieten van ’n heerlijke ijscoup op een van de vele terrasjes.
Neumagen-Bernkastel/Kues: 22 km in 2,5 motoruren, 1 sluis, urenteller 2426,5 en havengeld € 10,-.
Zaterdagochtend vroeg is het al behoorlijk warm als we om 8.30 uur uit de jachthaven van Kues vertrekken, bij het tegenovergelegen Bernkastel varen de rondvaartboten al af en aan. Achter een Nederlandse vrachtboot gaan we om 9.15 uur de sluis van Zeltingen in en na de sluis passeren we met zijn toestemming deze beroepsvaarder weer. Om 10.45 uur komen we langs het mooie Kröv en om 11.30 uur meren we af in de zeer verzorgde haven van Traben-Trarbach waar we hartelijk worden verwelkomd door de vlotte havenmeesteres Hanna Polch. ’s Middags kijken we in de havenbar met Duitsers, Denen en Nederlanders hoe Duitsland met 4-0 wint van Argentinië en zwemmen ’n rondje om de boot.
Zondag slapen we eerst heerlijk uit daarna werk ik aan dit reisverslag en voer een motorcontrole uit.
Hierna gaan we op onze fietsjes naar Trarbach, wandelen door het gezellige stadje en lunchen op een sfeervol binnenplaatsje. Vanwege de hitte brengen we de middag verder bij de haven door op het dijkje langs de Moezel in de schaduw van een boom met ’n pot koffie. ’s Avonds komt Hanna Polch langs om ’n handje te schudden en ons goede vaart te wensen. Zo kan het dus ook!
Kues-Traben Trarbach: 27 km in 3 motoruren, 1 sluis, urenteller 2429,5 en havengeld € 32,- voor 2 overnachtingen.
Maandag 5 juli is het stralend weer als we om 8.30 uur uit Traben-Trarbach vertrekken en al vlug voor sluis Endrich moeten wachten op een schutting van de andere kant. Een uurtje later worden we samen met de Laboremus uit Mannheim zo’n 7 meter omhoog geschut en na de sluis gaan we na contact met de schipper de Laboremus weer voorbij. Het wordt wat meer bewolkt als we om 10.30 uur Pünderich passeren, om 11 uur Zell en om 12 uur gaan we weer met de Laboremus door sluis St. Aldegund.
Na de sluis gaan we de Laboremus weer voorbij waarbij de Mon Amour wat in het nauw komt met een tegemoetkomend vrachtschip. We varen nog steeds door het centrum van de wijnbouw en zien de wijnhellingen hier almaar steiler en hoger worden. Om 14 uur meren we af in de jachthaven annex camping Holländischer Hof in Senheim lopen een rondje door het gezellige wijndorp en eten op het terras van het camping-restaurant een Wiener-schnitzel met Hollandse frites. ’s Avonds lopen we naar het marktplein waar het jaarlijkse wijnfeest wordt gevierd met hoempa en gezang en drinken daar een flesje wijn.
Traben Trarbach-Senheim: 38 km in 4,4 motoruren,
2 sluizen, urenteller 2433,9 en havengeld € 14,20.
De volgende dag hebben we maar een kort stukje tot Cochem voor de boeg. Op onze gebruikelijke vertrektijd van 8.30 uur vertrekken we uit Senheim. Een klein uurtje later kunnen we sluis Fankel zo invaren en worden voor het eerst op de Moezel zonder beroepsvaart geschut. Vanwege het aanhoudend droge weer zien we onderweg dat ook hier de wijnranken door helikopters worden besproeid.
Al om 10.15 uur meren we in Cochem af aan de binnenkant van de havenpier en betalen bij de veerbaas het liggeld. Vervolgens lopen we een rondje door het zeer toeristische Moezelstadje en doen daar wat boodschappen. ’s Avonds zien we in een vlakbij gelegen bierkelder het Nederlands elftal de halve finalewedstrijd WK-voetbal met 3-2 winnen van Uruguay.
Ook woensdag blijven we hier liggen. ’s Morgens gaan we met Ruth en Willy per bus naar de hooggelegen Reichsburg, een nog complete burcht uit 1020, geheel verwoest in 1689 door de Fransen, in 1886 opnieuw opgebouwd en nu in eigendom bij de gemeente Cochem. Het interieur is prachtig versierd met houtsnijwerk, muurschilderingen en oude schilderijen.
Weer terug in de stad kopen we wat cadeautjes voor de kleinkinderen en ’s middags bekijken we vanaf ons achterdek al het toeristenverkeer van, naar en in Cochem, een ware bedevaartplaats voor vele toeristen!
’s Avonds zien we in de gezellige bierkelder met meer buitenlanders dan Duitsers dat Spanje de andere halve finale met 1-0 van Duitsland wint; jammer want wij hadden graag in Duitsland naar een WK-finale Nederland-Duitsland gekeken.
Senheim-Cochem: 17 km in 2 motoruren, 1 sluis, urenteller 2435,9 en havengeld voor 2 dagen € 26,18.
Donderdag vertrekken om 8.30 uur met stralend weer uit Cochem. Voor sluis Müden moeten we een half uurtje wachten op een vrachtschip van de andere kant en om 11.30 uur zijn we al bij Brodenbach, onze geplande halteplaats. Maar omdat het nog zo vroeg is en vanwege het warme weer besluiten we om verder te varen. Om 12 uur kunnen we sluis Lehmen zo invaren en worden voor de tweede keer op de Moezel zonder beroepsvaart lekker vlot geschut. Onderweg zien we het landschap weer veranderen naar steilere en meer rotsachtige bergen en minder druivenvelden. Om 13.00 uur tanken we in de jachthaven van Winningen 94 liter diesel voor € 131,44 en vervolgen onze reis naar Koblenz waar we om 14.45 uur afmeren bij SMC Koblenz.
Ook vrijdag blijven we in Koblenz. Omdat de jachthaven buiten de stad ligt gaan we per taxi naar het centrum, wandelen wat door deze mooie stad die helaas volop gerenoveerd wordt voor een grote manifestatie in 2011, bij het Deutsches Eck eten en drinken we wat op een terras en om 14 uur gaan we
aan boord van de rondvaartboot Stolzenfels voor een vaartocht naar de Lorelei. We varen langs Lahnstein, Boppard, Burg Rheinfels tot Sankt Goarshauzen, waar we een half uurtje van boord gaan. Na een drankje en ijsje op ’n terras met in de verte de Lorelei-passage gaan we voor de terugreis aan boord van het raderschip Goethe en even na 20 uur zijn we terug in Koblenz en nemen weer een taxi naar de jachthaven.
Cochem-Koblenz: 52 km in 5,5 motoruren, 2 sluizen, urenteller 2441,4 en havengeld voor 3 nachten € 42,-.
In Winningen tankten we 94 liter diesel voor € 131,40. Sinds Namen is het gemiddeld verbruik 2,5liter per uur.
Terugblik Moezel
Vanaf Toul hebben we, met een zijsprongetje naar het prachtige Nancy, bijna 3 weken over de Moezel gevaren en in ’n ware hittegolf ruim 400 km afgelegd met zo’n 30 sluizen.
Het landschap langs de Moezel is weer heel anders dan in de Maasvallei. In Frankrijk met de prachtige steden Nancy en Metz zie je amper wijnbouw en tot Thionville zelfs meer industrie. Na de grensoverschrijding naar Luxemburg en Duitsland zijn het wijngaarden alom met bekende centra als Neumagen, Bernkastel, Senheim en Cochem. Onze bezoeken aan Trier en Saarburg waren zeer de moeite waard, jammer dat Koblenz juist nu een grote renovatie onderging.
Over de Rijn huiswaarts
Omdat de weersverwachting aangeeft dat het de komende dagen 36 à 37 graden zal zijn en ook omdat het centrum van Koblenz grotendeels op zijn kop staat, besluiten we om niet nog een derde dag hier te blijven.
Al om 7.30 uur vertrekken we uit de jachthaven maar pas anderhalf uur later worden we in sluis Koblenz geschut en verlaten bij de Deutsches Eck de Moezel en gaan de Rijn af. Met stroom mee gaat het zo’n 16 à 17 km per uur en pas 2 uur later gaat ons een oplopend vrachtschip voorbij. Om 12.20 uur passeren we de burchtruïne Drachenfels en even later zien we wintersportplaats Köningswinter en voormalig Duits hoofdstad Bonn aan ons voorbij komen. Na Bonn wordt de omgeving minder mooi met steeds meer industrie en om 15.15 uur meren we af in de Rheinauhaven van Keulen. In deze door hoge gebouwen omsloten haven is het zo warm en benauwd dat we besluiten de volgende dag weer verder te varen. Wel ga ik ’s avonds nog even het gezellige oude centrum in en zie op de vele beeldschermen aan de Rijnpromenade en op Oude Markt dat Duitsland de WK-wedstrijd om de 3e plaats met 3-2 wint van Uruguay.
’s Nachts krijgen we een forse regenbui over ons heen maar ’s morgens is het toch nauwelijks afgekoeld.
Koblenz-Keulen: 105 km in 7,1 motoruren, 1 sluis, urenteller 2448,2 en havengeld liefst € 19,-.
Zondag 11 juli vertrekken we om 9 uur uit Keulen. Op de Rijn heerst zondagsrust onder de beroepsvaart maar de rondvaartboten en cruiseschepen varen al af en aan. Voorbij Keulen passeren we achtereenvolgens het grote fabriekscomplex van Ford op de linkeroever en Bayer Leverkusen op
de rechteroever gevolgd door veel petrochemiebedrijven. Mooi is anders en dat ligt echt achter ons. Tegen 14 uur passeren we Krefeld en ’n uurtje later Duisburg waar in de kleine jachthaven helaas geen passantenplaatsen vrij zijn dus vervolgen we onze reis langs de grote industriecomplexen van het Ruhrgebied.
Na een lange, warme vaardag waarin we in ruim 8 uren 130 km afleggen, meren we om 17.15 uur af in de jachthaven van Wesel en zien ’s avonds in het havenrestaurant het Nederlands elftal de WK-finale met 1-0 verliezen van Spanje.
Keulen-Wesel: 130 km in 8,3 motoruren, 0 sluizen, urenteller 2456,5 en havengeld € 10,-.
Maandag vertrekken we om 9 uur uit Wesel en met zo’n 1850 toeren gaan we 15 à 16 km/u de Rijn af. Met afwisselend zon en wolken is het heerlijk afgekoeld en na achtereenvolgens Rees, pretpark Kalkar en Emmerik krijgen we bij Spijk weer Nederlands water onder de boot.
Tegen 12 uur komen we bij Tolkamer in een barre onweersbui met windvlagen terecht, deze bui zal later in Oost-Nederland voor enorme stormschade zorgen. Tot bij Bemmel zitten we in dit slechte weer maar als we om 13.30 uur afmeren in de passantenhaven van Nijmegen is het droog en breekt de zon alweer door.
Als afsluiting van onze vakantie eten we ’s avonds op de Waalkade bij Le Figaro.
Wesel-Nijmegen: 67 km in 4,8 motoruren, 0 sluizen, urenteller 2461,3 en havengeld € 9,15.
Voor onze laatste etappe naar thuishaven Maasbommel vertrekken we dinsdagochtend om 9.15 uur uit Nijmegen en ’n half uurtje later gaan we in sluis Weurt voor de afwisseling ongeveer een meter omhoog. Na het Maas-Waalkanaal varen we om 11 uur de Maas op, bij sluis Grave hebben we vanwege de drukke beroepsvaart een uurtje vertraging en om 14.30 uur zijn we net voor een flinke regen- en onweersbui afgemeerd in onze thuishaven Maasbommel. ’s Avonds eten we ter afsluiting bij Ruth en Willy aan boord waarna we met onze boot nog een candlelight tochtje over de Gouden Ham maken.
Nijmegen-Maasbommel: 42 km in 4,9 motoruren, 2 sluizen, urenteller 2466,2.
Resumé
We kunnen samen met onze Deense vrienden Ruth en Willy terugzien op een fijne, lange vakantie met overwegend goed weer en later zelfs een ware hittegolf.
Het varen door de Belgisch/Franse Ardennen en te midden van de uitgestrekte Moezelwijngaarden was een indrukwekkende belevenis en we hebben genoten van de ontspannen sfeer in Frankrijk en Duitsland en ook van de resultaten van het Nederlands voetbalteam. Maar na 6 weken aan boord geleefd te hebben was het ook weer heerlijk om daarna met onze kinderen en kleinkinderen van de Nijmeegse Vierdaagsefeesten te genieten.
In totaal hebben we met 174 motoruren 1.360 km gevaren (7,8 km/u) en daarvoor 489 liter diesel verstookt (2,8 l/u) voor € 595,-. Aan havengeld en vaarvignet betaalden we € 460,-.
In bijna 6 weken hebben we in 174 motoruren 1360 km gevaren (7,8 km/u) en daarvoor 489 liter diesel verstookt (2,8 l/u) voor € 595 en aan havengeld en vaarvignet betaalden we € 460.